top of page
Zoeken
  • Foto van schrijverlottemens88

Mineerders op Ons Buiten

Bijgewerkt op: 9 nov. 2021



Afgelopen week zijn een aantal tuinders samen met stadsbioloog Wouter Moerland op zoek gegaan naar bladminerende microvlinders op Ons Buiten. Bladmineerders zijn insecten waarvan de larven in bladeren leven en het binnenste deel van de bladeren eten. Dit kunnen microvlinders, vliegen, bladwespen of kevers zijn. Tijdens de excursie hebben we vooral gezocht naar microvlinders. Mijnen van mineerders zijn onder te verdelen in o.a. gangmijnen, blaasmijnen, vouwmijnen en vlekmijnen op basis van hun vorm. We hebben drie van deze vier verschillende mijnen tijdens de excursie gevonden.


We begonnen de excursie bij de grote zomereik naast de buurttuinen. Op eik komen zo'n 423 soorten mijten- en insectensoorten voor, de eik is hiermee één van de meest insectenrijke bomen in Nederland. Op de bladeren van de zomereik was dan ook van alles te vinden: een gangmijnmot, een vouwmijnmot, larven van een bladwesp en gallen van galwespen. De gangmijn die we vonden is waarschijnlijk van een eikenmineermot Stigmella spec. en de vouwmijn van een gewone eikenvouwmot Pyllonorycter quercifoliella. Het hoopje bruine korreltjes op de foto van de gewone eikenvouwmot is poep van de rups dat achterblijft in de mijn. Op de foto van de eikenmineermot is ook de poep duidelijk zichtbaar als een donkere lijn in de gangmijn, dit wordt ook wel frass genoemd. De larven overwinteren als pop in de mijn of op de grond, in het voorjaar zullen hier de microvlinders uit komen. De rupsen van beide soorten komen voornamelijk voor op eik maar Stigmella spec. worden incidenteel op tamme kastanje gevonden.


Naast de mineerders vonden we ook larven van een bladwesp en gallen van galwespen op de bladeren van de zomereik. De larven van de bladwesp zijn waarschijnlijk van de soort Caliroa cinxia, ze zijn prachtig groen en geel gekleurd en eten het bladmoes tussen de nerven aan de onderkant van de bladeren van de eik. De larven hebben een slijmerig uiterlijk, de slijmlaag beschermd hen tegen predatie, wanneer de larven volgroeid zijn laten ze zich van de bladeren vallen en verpoppen ze zich in de grond, ze overwinteren hier ook als pop. De gallen die we vonden zijn van de plaatjesgalwesp Neuroterus albipes en de gewone lensgalwesp Neuroterus quercusbaccarumdie uitsluitend voorkomen op eik. Galwespen leggen met hun lange legboor eitjes in planten, waarna gallen ontstaan. De larven ontwikkelen zich in de gallen en overwinteren in de gallen die in het najaar op de grond vallen.


Op de fruitbomen naast de buurttuinen vonden we een gangmijn van de hangmatmot Lyonetia clerkella. Dit is een generalist, wat betekend dat de rups op verschillende soorten planten voorkomt, onder andere op verschillende fruitbomen en lijsterbes. De meeste bladminerende vlinders zijn daarentegen in meer of minder mate specialisten die op één soort (of familie) van een boom of plant voorkomen. De hangmotmot verpopt zich buiten het blad in een witte cocon die als een soort hangmatje wordt vastgesponnen. Voor insecten die zich voeden met fruitbomen is een volkstuincomplex erg belangrijk omdat hier over het algemeen geen insecticiden worden gebruikt, wat in de fruitteelt vaak wel gebeurt.


Op het blad van de haagwinde vonden we de rups van de potloodmot Bedellia somnulentella, welke ook voorkomt op akkerwinde. De rups van de potloodmot verlaat de mijn wanneer het groot genoeg is en begint soms weer een nieuwe mijn, de verpopping vindt plaats buiten de mijn.


De eerste vouwmijn werd gevonden op het blad van sering. De mijn bevind zich in het omgekrulde stuk van het blad, de foto laat waarschijnlijk een mijn van de seringensteltmot Gracillaria syringella zien. De seringensteltmot komt voor op verschillende soorten sering, liguster en es.


In de ecozone vonden we op het blad van braam een vlekmijn van de gele bramenvlekmot Coptotriche marginea, deze soort komt uitsluitend voor op gewone braam. Op de schietwilg van het wilgenprieel werd de gangmijn van de wilgenslakkenspoormot Phyllocnistis saligna gevonden, de mijn lijkt op een slakkenspoor doordat de mijn ondiep in het blad ligt. Deze soort komt voor op verschillende wilgensoorten. Op de grauwe wilg vonden we de mijn van de gewone wilgenmineermot Stigmella obliquella. welke voorkomt op ruwbladige wilgensoorten. We hebben ook nog een minerende vliegensoort gevonden, op de foto zijn mooi de ogen van de larve te zien. Minerende vliegen zijn vaak generalisten die op verschillende soorten planten voorkomen.


Zoals je hebt kunnen lezen overwinteren de verschillende soorten insecten die we hebben gevonden als pop in of tussen de bladeren op de bodem. Het is voor een succesvolle overwintering dus belangrijk dat de afgevallen bladeren in de herfst en winter in de tuin blijven liggen.

55 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven
bottom of page